als akker
Essen worden ook wel 'engen' of 'enken' genoemd. De benaming is verschillend per regio.
Een es is een speciale soort
akker,
die vanaf de middeleeuwen is ontstaan op zandgronden.
Het ontstaan van de essen heeft te maken met de manier waarop
landbouw
werd bedreven
vanaf de vroege middeleeuwen tot ca 1900. De akkers werden aangelegd in het landschap
op de overgang van hoog en droog naar laag en nat. Van hoog naar laag kwamen veelal de
volgende landschappen voor:
bos,
heide,
akker,
weiland,
hooiland,
water. Elke
landschapstype had een functie. Het bos werd gebruikt voor hout- en
brandstofwinning,
maar ook voor het laten scharrelen van
varkens.
Op de heide liet men de
schapen
grazen
en stak men heideplaggen af. De plaggen werden gebruikt als ondergrond in de
potstallen,
waar
het
vee
in de winter verbleef. Het mengsel van plaggen en mest kon vervolgens goed dienen
als mest voor op de akkers om de bodem vruchtbaar te maken. Door het toebrengen van de mest,
kregen de akkers een bollende vorm en een dikke laag 'eerdgrond' bovenop de zandgrond. Dit
soort akkers worden aangeduid met 'essen'. Soms lag een complex van essen bij elkaar, zoals
de Putter eng op de overgang van de Veluwe naar de voormalige Zuiderzee. Ook komen kleinere
eenmansessen verspreid over het landschap voor, met aan de rand
boerderijen
en
houtwallen.
Deze essen met één eigenaar worden 'kampen' genoemd.
Met de uitvinding en het gebruik van kunstmest en de ruilverkaveling, die zijn intrede deed
na de
Tweede Wereldoorlog,
is het landbouwkundig systeem verandert en zijn veel essen
verdwenen. Toch zijn in Oost-Nederland nog veel essen en kampen te vinden.
Tekst: Elianne van Winden / Gelders Genootschap (12-2010). Bronnen: zie literatuurlijst.
Afbeelding: Elianne van Winden